Uit een brief van minister Koolmees van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijkt dat de AOW-gerechtigde leeftijd voor het jaar 2023 niet omhoog gaat. Zodoende blijft de AOW-leeftijd op 67 jaar en drie maanden staan.
Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. In de wet is zo vastgelegd dat de AOW wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde levensverwachting van een 65-jarige.
Het CBS heeft vastgesteld dat de gemiddelde resterende levensverwachting van een 65-jarige in 2023 20,48 jaar bedraagt. Voor 2029 is dit vastgesteld op 21,15 jaar. Hoewel de levensverwachting grosso modo stijgt, valt dit lager uit dan het CBS in eerste instantie had geraamd. Aangezien de resterende levensverwachting niet gestegen is, hoeft de AOW-leeftijd niet omhoog.
Bron: brief Koolmees aan Tweede Kamer, 3 november 2017