Bibliotheken openbare: Leden VOB, FNV en CNV stemmen in met nieuwe pensioenregeling

17 augustus 2023

Na de goedkeuring van de Eerste Kamer is op 1 juli de Wet toekomst pensioenen ingegaan. Dat betekent dat POB overgaat naar een nieuwe pensioenregeling binnen de nieuwe regels van deze wet. De sociale partners (werkgevers en werknemersorganisaties) werkten de afgelopen maanden aan het vormgeven van de nieuwe regels voor het POB pensioen.

Ledenuitvraag

De sociale partners nemen uiteraard ook de mening van hun leden mee in dit traject. Tijdens de ledenvergadering van de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) op 1 juni werden de werkgevers gevraagd om een reactie op de nieuwe pensioenregeling op hoofdlijnen. Ook de leden van de FNV en CNV zijn in de afgelopen weken gevraagd om een reactie op de nieuwe pensioenregeling. De uitkomst hiervan is dat de leden van de VOB, FNV en CNV positief staan tegenover de door de sociale partners opgestelde nieuwe pensioenregeling. Deze zal nu verder in detail worden uitgewerkt.

Nieuwe pensioenregeling op hoofdlijnen

Het uitgangspunt van de sociale partners was dat de nieuwe pensioenregeling zo min mogelijk af mag wijken van de huidige pensioenregeling. De hoofdlijnen van de nieuwe regeling zijn:

  • Er is gekozen voor de solidaire premieregeling. Hierbij wordt de premie collectief belegd en de resultaten worden verdeeld op basis van leeftijdsgroepen met bijbehorende risicohoudingen. Het opgebouwde kapitaal wordt bij pensionering gebruikt voor een uitkering die met de economie mee zal gaan bewegen.
  • De bruto premie wordt 32,8% van de pensioengrondslag (dit is het deel van het salaris waarover pensioen wordt opgebouwd: bruto jaarsalaris – franchise). Dit is vergelijkbaar met de premie in de huidige pensioenregeling.
  • Pensioenambitie: jaarlijkse opbouw van het kapitaal van 1,6% van de pensioengrondslag. De ambitie is om het opgebouwde kapitaal jaarlijks te verhogen met een percentage van 80% van de verhoging van de prijzen in dat jaar (prijsindex CBS).
  • Het partnerpensioen bij overlijden vóór pensionering bedraagt 35% van het laatste pensioengevend salaris.
  • Het partnerpensioen bij overlijden na pensionering bedraagt 70% van het ouderdomspensioen. Dit wordt betaald uit het persoonlijk opgebouwde pensioenkapitaal.
  • Het wezenpensioen bedraagt 14% van het laatste pensioengevend salaris, tot een leeftijd van 25 jaar.
  • Wanneer een deelnemer arbeidsongeschikt raakt betaalt het pensioenfonds de premie van de deelnemer door zodat deze pensioen blijft opbouwen. Het huidige arbeidsongeschiktheidspensioen wordt voortgezet (bij volledige arbeidsongeschiktheid bedraagt dit 70% van het pensioengevend salaris boven het maximale WIA jaarloon).
  • POB heeft de intentie om de opgebouwde pensioenen mee te verhuizen naar de nieuwe pensioenregeling. Dit betekent dat de opgebouwde pensioenen binnen het fonds worden overgezet naar de nieuwe pensioenregeling zodat er één pensioenregeling blijft voor bestaande en nieuwe pensioenen.
  • Een eventuele achteruitgang als gevolg van de overgang naar de nieuwe pensioenregeling wordt door het pensioenfonds gecompenseerd. Uitgangspunt hierbij is dat de deelnemer in de nieuwe pensioenregeling net zoveel pensioen zal hebben als dat hij naar verwachting bij voortzetting van de huidige pensioenregeling zou hebben. Voor deze compensatie wordt een buffer gevormd vanuit het fondsvermogen.
  • Er wordt een reserve gevormd waarmee het korten van pensioenen, zoveel als mogelijk, wordt voorkomen. Ook bijna gepensioneerden worden vanuit deze reserve beschermd

Hoe nu verder?

De sociale partners en POB gaan de nieuwe pensioenregeling verder vormgeven. We bereiden ons voor op de overgang naar de nieuwe pensioenregeling. De streefdatum hiervoor is 1 januari 2025. Hiervoor maken we een transitieplan. Dit plan leggen we eind september in de VOB bestuursvergadering en in de algemene ledenvergadering voor ter besluitvorming. Ook het bestuur en de leden van de vakbonden vragen we om hun mening te geven over het plan.

Bibliotheken openbare

Bibliotheken openbare is een BPFv met eind Q1 2023 een belegd vermogen van € 2.248 miljoen waarvan 0% herverzekerd en 0% voor risico deelnemer.

Het fonds heeft een deelnemersbestand met in 2022 7.964 actieve bijdragers en 8.166 pensioengerechtigden. De beleggingen voor risico pensioenfonds hadden in Q1 2023 een rendement van 3%.

Eind Q1 2023 had het fonds een beleidsdekkingsgraad van 132.4% terwijl de vereiste dekkingsgraad op dat moment 119.5% bedroeg. De fiduciair manager van het fonds is Goldman Sachs AM en de pensioenadministratie wordt uitgevoerd door AZL.

Source: Bibliotheken openbare
Nederland - Zoek Alerts
Ontvang onze alerts nieuwsbrief
Market preferences
Multiple reports with cicle diagram and text

Over Exelerating

Het Exelerating platform helpt u om inzicht te krijgen in meer dan € 6.000 miljard Europees institutioneel belegd vermogen. Wij doen dit door duizenden openbare bronnen van institutionele beleggers te volgen en te analyseren.

Lees meer