De Verzamelwet Pensioenen 2017 stelt, onder andere, een verplichte raad van toezicht in voor OPFen met meer dan € 1 mrd aan beheerd vermogen. Na kritische vragen vanuit de Tweede Kamer of dit vereiste zou moeten gelden voor liquiderende multi-OPFen, heeft demissionair staatssecretaris Klijnsma op 27 september per brief toegezegd dat dit niet het geval hoeft te zijn.
Intussen ligt het wetsvoorstel, na akkoord van de Tweede Kamer, bij de Eerste Kamer. De Senaatsleden van de fracties van VVD, CDA en D66 geven in een verslag aan in eerste instantie blij te zijn met de toezegging van Klijnsma.
De leden stellen in hetzelfde verslag wel enige kritische vragen. In haar toezegging heeft de staatssecretaris aangegeven dat de DNB, als toezichthouder, wat coulanter mag omgaan met het vereiste voor een raad van toezicht voor een liquiderend multi-OPF. De Senaatsleden willen meer wettelijke duidelijkheid: het kabinet moet bevestigen dat de visitatiecommissie voldoende toezicht biedt voor een liquiderende multi-OPF.
Volgens de Eerste Kamer is de raad van toezicht namelijk een dure oplossing. Bovendien is het onduidelijk of de raad van toezicht daadwerkelijk leidt tot betere governance. Daarnaast vragen de leden zich af of de instelling van een raad van toezicht niet problemen creëert voor de continuïteit van het toezicht. De visitatiecommissie wordt namelijk verondersteld bekend te zijn met de interne werking van een pensioenfonds. De inbreng van een gloednieuwe interne toezichthouder brengt, volgens de Eerste Kamer, deze continuïteit in gevaar.
Bron: Nader voorlopig verslag van de vaste commissie voor sociale zaken en werkgelegenheid, 10 oktober 2017
Source