MN zet naar aanleiding van de publicatie van de Miljoenennota 2017 de gevolgen voor de pensioensector op een rijtje. Volgens de vermogensbeheerder stimuleert het kabinet met de nieuwe begroting de koopkrachtreparatie van gepensioneerden. Ook behandelt de nota de gevolgen van de verhoging van de AOW-leeftijd. Ten slotte kwam in de nota de motie betreffende de BTW-heffing van vermogensbeheerders voor pensioenfondsen aan bod.
Koopkrachtreparatie
Het demissionaire kabinet heeft in de Miljoenennota €425 miljoen opzij gezet voor koopkrachtreparatie van uitkeringsgerechtigden, werkenden en ouderen. Volgens de nota gaan uitkeringsgerechtigden en werkenden er met respectievelijk 0,3% en 0,8% op vooruit. Voor gepensioneerden is een vooruitgang van 0,6% geboekt. Deze laatste groep zal het meeste voordeel hebben van de stijging van de zorgtoeslag. Ook de verhoging van de maximale ouderenkorting met 115 euro draagt bij aan de stijging van koopkracht voor gepensioneerden. De verlaging in 2018 van de inkomensondersteuning AOW en de alleenstaande ouderenkorting hebben een verwaarloosbaar effect op deze groep.
De reden voor deze koopkrachtreparatie voor gepensioneerden is het achterwege blijven van de indexatie van aanvullende pensioenen. Volgens het kabinet hebben ontwikkelingen binnen de financiële sector en het beleggingsbeleid van pensioenfondsen ervoor gezorgd dat een indexatie niet toegepast kon worden.
Het kabinet en de Raad van State zijn wel kritisch over deze koopkrachtreparatie. Beide partijen vragen zich of het eigenlijk wel de rol van overheid moet zijn om bij te springen wanneer indexatie niet wordt toegepast. Een koopkrachtreparatie betekent namelijk herverdeling binnen groepen. Bovendien worden jongere pensioenopbouwers ook geraakt door het niet-indexeren, terwijl zij geen gerichte koopkrachtreparatie mogen ontvangen. Volgens de Raad van State en het kabinet worden de werkenden zo dubbel geraakt: zij betalen de reparatie en ontvangen minder pensioen. De Raad van State vindt dat dit geen standaardoplossing moet worden.
AOW, premie en dekkingsgraden
Volgens de miljoenennota stijgt het AOW-volume in 2016-2018 door demografische veranderingen. De stijging wordt echter wel enigszins geremd door de verhoging van de AOW-leeftijd. Voor aanvullende pensioenen dreigt er weinig gevaar van kortingen. Indexatie zal echter achterblijven. Premies zijn door de lage rente van de afgelopen jaren gestegen. Deze stijging wordt deels opgevangen door de verhoging van de pensioenrichtleeftijd naar 68 jaar. Dekkingsgraden zullen volgens de nota in 2018 zich positief ontwikkelen door een stijging van de rente.
Gemiddelde pensioenleeftijd
De gemiddelde pensioenleeftijd zal de komende jaren harder stijgen voor laagopgeleiden dan voor hoogopgeleiden. Hoogopgeleiden gaan namelijk vaker voor de AOW-leeftijd met pensioen, terwijl laagopgeleiden juist vaker na de AOW-leeftijd met pensioen gaan. Echter, de arbeidsparticipatie over de groep laagopgeleiden is weer lager. Het CBS verklaart deze schijnbare tegenstelling aan de hand van twee selectie-effecten: de groep laagopgeleide 55-plussers omvat relatief veel arbeidsongeschikten en vrouwen die nooit hebben gewerkt, en deze groep maakt relatief vaker gebruik van een uitkering.
Motie Omtzigt over BTW-heffing
De miljoenennota behandelde ook de moties met betrekking tot de btw-vrijstelling van vermogensbeheerders voor pensioenfondsen. Deze motie, ingediend door kamerlid Omtzigt (CDA), verzocht aan het kabinet om te rapporteren over de positie van de Europese Commissie betreffende het creëren van gelijk speelveld van btw-heffing door lidstaten. Het kabinet vindt dat staatssecretaris Wiebes deze motie treffend heeft afgerond met zijn brief van 28 juni 2017. Daarin schrijft de staatssecretaris dat volgens hem de btw-heffing in Nederland niet veel strenger is dan andere lidstaten. De Tweede Kamer heeft echter onlangs nog duidelijk gemaakt dat zij deze conclusie niet volgen.
Raad van State: grote uitdaging op het terrein van pensioen
In haar advies concludeert de Raad van State dat er nog een grote opgave bestaat op het gebied van de arbeidsmarkt, het belastingstelsel, de zorg en pensioenen. De Raad rapporteert in haar advies dat qua pensioenen het kabinet nog deze maand een definitief akkoord wil sluiten met de sociale partners. “Als de Tweede Kamer of de FNV niet overgaan tot instemming met het pensioenakkoord, valt het kabinet terug op het eerder ingediende wetsvoorstel om de pensioenleeftijd naar 66 te verhogen en de bijdrage aan de pensioenopbouw via het Witteveenkader te beperken”.
Bron: website MN, advies Raad van State
Source