De Werkgroep Toekomstverkenning van Stichting Pensioenfonds Urenco Nederland (SPUN), bestaande uit vertegenwoordigers van de werkgevers URENCO en ETC Nederland, heeft eind 2016 een rapport over de eerst fase van de Toekomstverkenning uitgebracht. De twee alternatieven die hieruit voort zijn gekomen zijn aansluiting bij een BPF en aansluiting bij een APF. Deze alternatieven werden in september 2016 ook al genoemd op de website van het fonds toen het onderzoek nog in de kinderschoenen stond. URENCO is een bedrijf dat uranium verrijkt en Enrichment Technology Company (ETC) zet zich in voor duurzame energieoplossingen.
Redenen voor het onderzoek
Dick Vis, voorzitter van het fonds, noemt allereerst twee redenen het onderzoeken van alternatieven: “We zijn een klein fonds waardoor de uitvoeringskosten per deelnemer hoog zijn. Vooral bij ETC Nederland is het aantal actieve deelnemers in de afgelopen jaren sterk teruggelopen door reorganisaties. Dat geeft een druk op de kosten per deelnemer. Een ander punt is dat de druk op de bestuursleden van het fonds steeds groter wordt door de complexe materie en strengere toezichtseisen.” Daarnaast stelt Vis dat het fonds haar concurrentiepositie wil verbeteren: “Verminderen van de druk op de ondernemingsbalans helpt om de concurrentiepositie van ETC Nederland en URENCO te verbeteren. Daarnaast is het sowieso in het belang van alle betrokkenen om de pensioenkosten zoveel mogelijk te reduceren.”
Aansluiting bij een APF, PME of ander BPF
Vis over het aansluiten bij een BPF: “ETC Nederland heeft dispensatie voor deelname aan PME omdat onze pensioenregeling aantoonbaar gelijkwaardig is gebleken. Als we zouden kiezen voor een andere vorm van pensioenuitvoering, zal die toets weer opnieuw plaats dienen te vinden. Voor URENCO speelt dit niet. Belangrijke voordelen van aansluiting bij een BPF zijn dat er kostenvoordelen te behalen zijn door de schaalgrootte van een BPF en dat de continuïteit gewaarborgd is. Nadeel van een BPF is dat we onze invloed op het bestuur van het fonds vrijwel geheel kwijtraken.” Vis vervolgt over het aansluiten bij een APF: “De voordelen van een APF zijn dat er kostenvoordelen zijn door samenwerking op terreinen als vermogensbeheer en administratie. De bestuurlijke druk is minder omdat een APF een onafhankelijk professioneel bestuur heeft. Het APF staat qua ontwikkeling nog in de kinderschoenen en moet zich nog in de praktijk bewijzen. Maar wij vinden het APF als oplossing voor de langere termijn interessant genoeg om nader te bekijken.”
Vervolg
Het fonds gaat de komende maanden met hulp van pensioenbureau Montae onderzoek doen naar de mogelijkheden en onmogelijkheden van aansluiting bij een BPF of APF. Het fonds stelt als doel om rond het eind van het eerste kwartaal van 2017 een aanbeveling te doen aan de volledige Werkgroep Toekomstverkenning.
Over OPF Urenco (download hier de factsheet)
Urenco Nederland is een OPF met eind Q3 2016 een belegd vermogen van € 488M waarvan 0% herverzekerd en 0% voor risico deelnemer. Het fonds heeft een jong deelnemersbestand met in 2015 558 actieve bijdragers en 478 pensioengerechtigden. De uitvoeringskosten waren in 2015 €824 per deelnemer en de totale beleggingskosten 34bps van het gemiddeld belegd vermogen. De beleggingen voor risico pensioenfonds hadden in Q3 2016 een rendement van 3%. Eind Q3 2016 had het fonds een beleidsdekkingsgraad van 102% terwijl de vereiste dekkingsgraad op dat moment 116% bedroeg. De pensioenadministratie wordt uitgevoerd door AZL. Het fiduciair management heeft het fonds niet uitbesteed.
Source