Bovemij publiceert: “René Leander treedt per 1 oktober 2021 terug als CEO van Bovemij N.V. Dat hebben de Raad van Commissarissen en René Leander in goed overleg besloten. René zal de komende maanden beschikbaar blijven voor een goede overdracht van zijn werkzaamheden.
René Leander vierde op 1 augustus 2021 zijn 25-jarig jubileum bij Bovemij. Voor René een mooi moment om de leiding van het bedrijf over te dragen.
René Leander (afscheid nemend CEO Bovemij N.V.)
‘Bovemij is uitgegroeid tot de financieel en datadienstverlener van en voor de mobiliteitsbranche. De laatste 13 jaar heb ik daar als CEO aan bij mogen dragen en daar ben ik trots op. Na deze mooie periode zijn de Raad van Commissarissen en ik samen tot de conclusie gekomen dat het goed is de leiding van Bovemij voor de volgende fase van ontwikkeling over te dragen.’
‘Het zal niet eenvoudig zijn de deur dicht te trekken maar ik denk dat het voor zowel Bovemij als voor mij goed zal zijn. Ik laat Bovemij met een bijzonder tevreden gevoel achter. Het bedrijf staat er goed voor: Bovemij is gezond en heeft de afgelopen jaren grote stappen gezet om de ambitieuze uitdagingen waar de mobiliteitsbranche voor staat het hoofd te kunnen bieden.’
‘Ik ben bijzonder trots om 25 jaar onderdeel te zijn geweest van dit mooie bedrijf met al haar betrokken en deskundige medewerkers. Ik dank iedereen met wie ik in die periode heb mogen samenwerken en die heeft bijgedragen aan de groei van Bovemij.’
Arjen Dorland (voorzitter van de Raad van Commissarissen van Bovemij N.V.)
‘Wij danken René zeer voor zijn bijzondere inzet en daadkracht voor Bovemij. Hij heeft niet alleen in makkelijke tijden, maar zeker ook in lastigere tijden op een heldere en doortastende wijze leiding gegeven aan Bovemij. Mede hierdoor is Bovemij uitgegroeid tot een uniek, gezond bedrijf dat goed in de markt staat en dat de komende jaren met veel vertrouwen tegemoet kan zien.’
De Raad van Commissarissen buigt zich momenteel over de opvolging van René Leander. Op korte termijn zal verdere communicatie hierover volgen.”
Source