Pensioenfonds Aon publiceert onder andere op haar website:
Veel gestelde vragen
Waar in de tekst gesproken wordt over ‘het pensioenfonds’ wordt de ‘Stichting Pensioenfonds Aon Groep Nederland’ bedoeld. Soms wordt voor de duidelijkheid Pensioenfonds Aon gebruikt. Dit overzicht met vragen en antwoorden zal in de toekomst uitgebreid worden.
Vraag: Waarom staat de toekomst van het pensioenfonds ter discussie?
Antwoord:
Het pensioenfonds is vanaf 1 januari 2009 gesloten voor nieuwe deelnemers en vanaf 2014 vindt ook geen verdere opbouw meer plaats omdat de medewerkers van Aon vanaf 2014 deelnemen in een beschikbare premieregeling, die door Nationale-Nederlanden uitgevoerd wordt. Het aantal deelnemers van het pensioenfonds zal daardoor geleidelijk afnemen. Op het zelfde moment wordt steeds meer gevraagd van pensioenfondsen en dus ook van de bestuursleden en betrokken organen. De toenemende regeldruk, de hoeveelheid werk en de expertise die dat vraagt, maakt voorzetting van het pensioenfonds op middellange termijn niet houdbaar. Daarom is het onderzoek naar een nieuwe pensioenuitvoerder gestart. Het pensioenfonds staat hier niet alleen in. Het aantal pensioenfondsen is de afgelopen twintig jaar afgenomen met 80%, van 1.000 pensioenfondsen naar momenteel nog zo’n 200 pensioenfondsen. Deze afname gaat onverminderd door. Op dit moment zijn er tal van voorbeelden van pensioenfondsen die zich opheffen of recent zijn opgeheven. Ook de werkgever is van mening dat de houdbaarheid van voortzetting op termijn opnieuw moet worden beoordeeld.
Vraag: Het bestuur van het pensioenfonds heeft onderzoek gedaan naar de toekomst van het pensioenfonds. Hoe is dat onderzoek precies verlopen?
Antwoord:
Onder begeleiding van haar pensioenadviseur heeft het bestuur van het pensioenfonds onderzocht hoe de belangen van de belanghebbenden zo goed mogelijk kunnen worden gewaarborgd bij het overstappen naar een andere pensioenuitvoerder. Hierbij zijn verschillende types pensioenuitvoerders in het onderzoek betrokken: bedrijfstakpensioenfondsen, algemeen pensioenfondsen (APF-en) en verzekeraars. Voordat het onderzoek plaatsvond, is eerst een lijst met beoordelingscriteria opgesteld. Het bestuur heeft na zorgvuldige beoordeling voor elk criterium een weging vastgesteld. Elk type pensioenuitvoerder is vervolgens langs dezelfde meetlat gewogen om op die manier een consistente vergelijking te kunnen maken.
Er zijn zowel kwalitatieve als kwantitatieve beoordelingscriteria. Om per criterium een waardering vast te stellen, heeft er zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek plaatsgevonden. Bij het kwalitatieve onderzoek gaat het om hoe inspraak is geregeld bij de andere pensioenuitvoerders en de kwaliteit van de pensioenadministratie en het vermogensbeheer. Bij het kwantitatieve onderzoek gaat het om zaken als de hoogte van de pensioenuitkomsten en de administratie- en vermogensbeheerkosten. Daarbij zijn voor allerlei scenario’s de pensioenuitkomsten doorgerekend.
Vraag: Wat is de uitkomst van dit onderzoek?
Antwoord:
Het zorgvuldige kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek naar de voor belanghebbenden meest optimale voortzetting van de uitvoering van de huidige pensioenregelingen, leidde tot de hoogste waardering voor een APF. Dit betekent dat alles wegend een eigen collectiviteitkring bij een APF voor belanghebbenden als de beste optie is beoordeeld omdat:
- het verwachte pensioenniveau bij een APF hoger is dan bij de andere onderzochte alternatieven zoals bedrijfstakpensioenfondsen en verzekeraars. Alleen bij voortdurend slechte beleggingsresultaten of heel lage inflatie zal het pensioenniveau bij een verzekeraar (waar de pensioenen in principe[1] zijn gegarandeerd en niet kunnen worden gekort) over 15 jaar gemeten naar verwachting gemiddeld hoger zijn;
- de pensioenregelingen een-op-een kunnen worden overgenomen, er is geen sprake van wijziging van de pensioentoezegging;
- de keuze voor een APF voor onderbrenging van de regelingen bij een toekomstbestendige professionele pensioenuitvoerder zorgt, waarbij via het belanghebbendenorgaan advies- en goedkeuringsrechten gewaarborgd zijn;
- de eigen Aon-collectiviteitkring juridisch afgescheiden is van de kringen van andere werkgevers. Het vermogen van Pensioenfonds Aon komt daarmee alleen ten goede aan de eigen collectiviteitkring.
Vraag: Waarom heeft het bestuur een voorkeur voor een APF boven een verzekeraar?
Antwoord:
Pensioenuitvoering door een APF sluit aan bij de huidige wettelijke regels die gelden voor Pensioenfonds Aon. Dat betekent dat het toeslagbeleid een-op-een over gaat en ook nog inhaaltoeslagen mogelijk zijn om opgelopen indexatieachterstanden te compenseren.
Verzekeraars vallen onder een ander wettelijk regime. Dat betekent dat pensioenen bij een verzekeraar in principe1 gegarandeerd zijn en dat die – als dat wordt afgesproken – jaarlijks met een vooraf overeengekomen percentage, eventueel gebaseerd op de Europese prijsinflatie worden verhoogd (toeslag). De hoogte van de in te kopen jaarlijkse toeslag is vooral afhankelijk van de rentestand en het vermogen op het moment van de collectieve waardeoverdracht. Het bieden van zekerheid is duur. Dit komt tot uiting in het niveau van uw pensioenuitkering bij een verzekeraar, dat naar verwachting lager is dan bij een APF. Een APF biedt meer kans op een toeslag die gelijke tred houdt met de te verwachten inflatie. Bij een verzekeraar worden geen inhaaltoeslagen verstrekt.
Bovendien heeft ook op de kwalitatieve criteria het APF een hogere score dan de verzekeraar. Tot slot geldt dat het pensioenakkoord een rol speelt. Dit alles maakt dat het bestuur de voorkeur heeft voor een APF omdat dit het beste in het belang van alle deelnemers is.
Vraag: Heeft het Pensioenakkoord meegespeeld bij de voorkeur voor een APF?
Antwoord:
Ja, het Pensioenakkoord (uitgangspunten voor een nieuw pensioenstelsel in Nederland) is een van de beoordelingscriteria voor de keuze van een nieuwe pensioenuitvoerder. Er wordt verwacht dat gebruik maken van het Pensioenakkoord door het zogenaamd invaren voordelen voor de deelnemers oplevert. Met de keuze voor een APF worden alle mogelijkheden met betrekking tot het Pensioenakkoord open gehouden. Zo is het mogelijk:
- te zijner tijd gebruik te maken van het Pensioenakkoord als dat inderdaad de verwachte voordelen zou opleveren;
- in het huidige financiële kader voor pensioenfondsen te blijven;
- of op een later moment alsnog de overstap naar een garantiepensioen bij een verzekeraar te maken.
De mogelijke voordelen van invaren worden geblokkeerd als nu voor een verzekeraar wordt gekozen. Een APF biedt daarmee dus meer flexibiliteit met betrekking tot het Pensioenakkoord in vergelijking met een verzekeraar.
Vraag: Wanneer zal de overgang naar een APF plaatsvinden?
Antwoord:
Het uitgangspunt is dat de collectieve waardeoverdracht van de pensioenen op 1 november 2022 plaatsvindt.
Vraag: Om welk APF gaat het precies?
Antwoord: Wij verwachten u hier eind april 2022 over te informeren.
Aon Groep Nederland
Aon Groep Nederland is een OPF met eind Q4 2021 een belegd vermogen van € 922 miljoen waarvan 0% herverzekerd en 0% voor risico deelnemer.
Het fonds heeft een deelnemersbestand met in 2020 612 actieve bijdragers en 1.104 pensioengerechtigden. De beleggingen voor risico pensioenfonds hadden in Q4 2021 een rendement van 2%.
Eind Q4 2021 had het fonds een beleidsdekkingsgraad van 129.4% terwijl de vereiste dekkingsgraad op dat moment 114.5% bedroeg. De fiduciair manager van het fonds is AEGON AM en de pensioenadministratie wordt uitgevoerd door RiskCo.